Afgelopen weekend maakte ik een borlottibonensoep uit het kookboek Koken tussen Italiaanse vulkanen. Het is eigenlijk een soort basissoep die je afmaakt met een garnituur. De borlottiboon valt vooral op door zijn gemarmerde kleur (zowel schil als boon) die helaas verdwijnt door het koken. Meer over de boon lees je op foodlog in het artikel Culinair Ontdekt: Borlotti.
Ingrediënten (4 personen):
400 gr borlottibonen
1 ui, fijngesnipperd
6 kerstomaatjes, gehalveerd
1 stengel bleekselderij, fijngesneden
snuf chilipoeder
4 blaadjes basilicum
olijfolie, perper en zout
Week de bonen 10 uur in ruim koud water (of neem een blik bonen).
Verhit een scheut olijfolie in een pan met een dikke bode.
Fruit daarin de ui.
Voeg dan de tomaatjes, bleekselderij en chilipoeder toe.
Laat het goed garen, maar niet aanbakken.
Voeg de bonen met het weekwater toe (of de inhoud van het blikje).
Vul het aan met water tot zo’n 2 liter.
Breng het geheel aan de kook en laat het zo’n uur zachtjes garen.
Check af en toe of de bonen al gaar zijn. Ze moeten niet fijn gekookt zijn.
Breng op smaak met zout en peper.
Deze soep kun je verrijken met diverse garnituren, bijvoorbeeld met kip en paddestoelen.